Langer doorwerken: wellicht zo slecht nog niet?
Een pilotstudie naar de relatie tussen werkzaam zijn en cognitief functioneren op latere leeftijd
Trefwoorden:
aandacht, episodisch geheugen, hersenen, psychomotorische snelheid, verouderingSamenvatting
Onderzoek heeft laten zien dat ouderen die actiever zijn op fysiek of mentaal gebied, over het algemeen beter presteren op
cognitieve taken. Hangt werkzaam zijn op oudere leeftijd samen met de cognitieve vermogens? Daarover is weinig bekend,
ook al gaat nog werkzaam zijn samen met fysieke en/of mentale inspanning. In het huidige onderzoek is de relatie tussen het
cognitief functioneren en werkzaam zijn (op vrijwillige of betaalde basis) op latere leeftijd onderzocht bij 28 vrijwilligers van
zestig jaar of ouder. Naast de neuropsychologische testprestatie, werd het aantal uren dat deelnemers per week werkzaam
waren in kaart gebracht. Van de 28 deelnemers waren er 13 drie uur of meer per week werkzaam. Deze werkende ouderen
presteerden beter op taken die het episodische geheugen, de volgehouden aandacht en de psychomotorische
verwerkingssnelheid meten. Deze studie toont daarmee aan dat er een relatie bestaat tussen nog werkzaam zijn en het
cognitieve functioneren op latere leeftijd. Een belangrijke vraag voor vervolgstudies betreft de causaliteit van deze relatie.