De relatie tussen apathie, depressie en cognitief functioneren bij patiënten met MCI en dementie
Trefwoorden:
apathie, cognitief functioneren, dementie, depressie, MCISamenvatting
Achtergrond
Apathie wordt bij patiënten met dementie en lichte cognitieve problemen (MCI) vaak gezien als een symptoom van depressie,
maar anderen beschrijven apathie en depressie als aparte stoornissen. Voor de correcte behandeling is onderscheid tussen
beide echter noodzakelijk. Mogelijk hebben deze stoornissen een verschillende relatie met cognitie en zou dit onderscheid
van diagnostisch belang kunnen zijn. Dit is echter nog niet éénduidig bewezen. In dit onderzoek tonen we aan in welke mate
apathie en depressie voorkomt bij patiënten met MCI en dementie en onderzochten we de relatie met cognitieve maten
binnen de MCI-groep.
Methode
Bij 117 cognitief gezonde controles (GC), 97 deelnemers met MCI en 50 deelnemers met een beginnende dementie (DEM)
werd de Repeatable Battery for the Assessment of Neuropsychological Status (RBANS) afgenomen. Daarnaast werden de
apathie evaluatie schaal klinische versie (AES-C, grenswaarde 38) en de geriatrische depressie schaal (GDS, grenswaarde 11)
afgenomen.
Resultaten
Het aantal deelnemers met apathie was hoger naarmate er sprake was van een meer gevorderd stadium van cognitieve
klachten met respectievelijk 3,4 %; 10,4 % en 41,5 % van de deelnemers in de GC-, MCI- en DEM-groep. De prevalentie van
geïsoleerde depressieve symptomen was het hoogst in de MCI-groep (18,8 %). Correlatieanalyses binnen de MCI-groep tonen
aan dat apathie geassocieerd is, met zwakker presteren op inprenting, aandacht en het algemeen cognitief functioneren.
Conclusie
Apathie en depressieve symptomen komen in verschillende mate voor bij GC, MCI en DEM en zijn in de MCI-groep
geassocieerd met achteruitgang in verschillende cognitieve domeinen.