Palliatieve zorg bij dementie en de ontmanteling van de behandelfunctie van het verpleeghuis

Auteurs

  • C. M. P. M. Hertogh EMGO Instituut, VU Medisch Centrum

DOI:

https://doi.org/10.1007/BF03074817

Trefwoorden:

behandelbeslissing, dementie, palliatieve zorg

Samenvatting

“Nee, we willen geen staaltabletten; we willen alleen palliatieve zorg.” sprak de man aan de andere kant van de lijn. Ik had hem
zo-even telefonisch geïnformeerd over de bloedarmoede die ik bij zijn vader had vastgesteld. Hij vreesde dat ik niet precies
wist wat hij bedoelde met ‘palliatieve zorg’ en wilde mij graag in een persoonlijk onderhoud zijn visie komen uiteenzetten. We
maakten nog voor diezelfde dag een afspraak.
De vader was ruim een jaar tevoren opgenomen op de psychogeriatrische afdeling van ons verpleeghuis. Hij leed aan de
Ziekte van Alzheimer die drie jaar eerder was vastgesteld tijdens een psychiatrische opname wegens suicidaliteit en
depressiviteit. De ontslagbrief van de psychiater maakte tevens melding van een narcistische persoonlijkheidsstoornis, maar
daarvan was thans niet veel meer te merken. Meneer was, in het jargon van de verzorgenden, doorgaans “rustig aanwezig”,
zat vaak met een krant voor zich en genoot ervan als hem daaruit werd voorgelezen. Nadat hij uit het psychiatrisch ziekenhuis
was ontslagen had mijn patiënt met behulp van zijn zoon een schriftelijke wilsverklaring opgesteld: een zelf getypte
woordelijke overname van het ‘behandelverbod’ van de NVVE (Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde). Die
wilsverklaring bevond zich nu in het zorgdossier, maar een duidelijk geformuleerd medisch beleid van mijn voorganger trof ik
daarin niet aan. Ook dat was een van de redenen om contact met de familie te zoeken.

Downloads

Gepubliceerd

2007-02-01

Nummer

Sectie

Redactioneel

Citeerhulp

Palliatieve zorg bij dementie en de ontmanteling van de behandelfunctie van het verpleeghuis. (2007). Tijdschrift Voor Gerontologie En Geriatrie, 1. https://doi.org/10.1007/BF03074817