Formuleerproblemen in leerlingenwerk en schoolboeken Nederlands: een onderzoek naar de aansluiting tussen de leerstof en de formuleerproblemen van leerlingen
Samenvatting
Docenten Nederlands bieden modules ‘correct formuleren’ aan om leerlingen formuleerfouten te leren verbeteren. Dit artikel
beantwoordt drie onderzoeksvragen over dit
formuleeronderwijs: Welke formuleerfouten
staan op het programma in klas 3 en 4 havo/
vwo? In welke mate representeert deze lesstof de soorten fouten die leerlingen maken
in eigen teksten? In welke mate komen de
schoolboeknormen overeen met die van taalwetenschappelijke literatuur en taaladviesboeken? Op basis van een analyse van de
gangbare lespraktijk zijn vijf formuleerfouten
geselecteerd. Deze fouten zijn vervolgens geïdentificeerd in 200 leerlingteksten met behulp
van een analysemodel dat twee normen bevat:
één gereconstrueerd uit de schoolboeken en
één gereconstrueerd uit taalwetenschappelijke literatuur en taaladviesboeken. De analyseresultaten laten zien dat de aangeboden
lesstof maar beperkt overeenkomt met de fouten die leerlingen zelf maken; daarnaast zijn er
grote frequentieverschillen tussen de onderzochte fouten. Schoolboeknormen verschillen
van de normen uit de taalwetenschappelijke
literatuur en taaladviesboeken; de toepassing van schoolboeknormen levert aanzienlijk
meer foutidentificaties op. Onze conclusie is
dat het onderwijs in correct formuleren moet
worden bijgesteld. De normen voor formuleerfouten kunnen sterker worden gefundeerd in
de taalwetenschappelijke normatieve onderzoeksliteratuur en de lesstof kan zorgvuldiger
worden afgestemd op fouten die leerlingen
maken, zodat de aansluiting tussen formuleeronderwijs en formuleerproblemen van leerlingen wordt vergroot.