Een goed begin is het halve werk: Het belang van kleinschalig onderwijs voor de interactie, zelfeffectiviteit en studiesucces in het eerste semester
Trefwoorden:
leergemeenschappen, interactie, motivatie, studiesucces, hoger onderwijsSamenvatting
De laatste decennia is kleinschalig onderwijs in allerlei vormen ingevoerd binnen het universitair onderwijs. Deze vragenlijststudie richt zich op leergemeenschappen en mentorgroepen als twee vormen van kleinschalig onderwijs in het eerste semester. Binnen leergemeenschappen hebben de studenten meer contacturen en meer mogelijkheden voor samenwerking dan binnen de mentorgroepen. Er wordt verwacht dat er een positief verband bestaat tussen sociale en academische interactie met respectievelijk zelfeffectiviteit en studiesucces en dat dit verband sterker is voor leergemeenschappen dan voor mentorgroepen. Van de 407 eerstejaarsstudenten sociale wetenschappen van het cohort 2013-2014 waren de psychologie- en sociologiestudenten ingedeeld in leergemeenschappen en de pedagogiekstudenten in mentorgroepen. Uit de multiniveau-analyse bleek dat sociale en academische interactie en het aantal contacturen positief gerelateerd waren aan zelfeffectiviteit, welke bijdroeg aan studiesucces. In tegenstelling tot sociale interactie was academische interactie positief gerelateerd aan studiesucces. Het positieve effect van academische interactie op zelfeffectiviteit was sterker voor leergemeenschappen dan voor mentorgroepen. Afgaande op de resultaten lijkt er een rol weggelegd voor docenten en mentoren om de sociale en academische interactie en zelfeffectiviteit te bevorderen en kan daarmee een klein, maar belangrijk effect hebben op studierendementen.