Promotieonderzoek door docenten om de kloof tussen onderzoek en onderwijspraktijk te verkleinen
Trefwoorden:
Samenvatting
Docenten maken weinig gebruik van resultaten van onderzoek om onderwijs te (her)ontwerpen. Dit illustreert de zogenaamde kloof tussen onderwijsonderzoek en de onderwijspraktijk. Docenten die werkzaam zijn in het onderwijs en tevens promotieonderzoek verrichten, kunnen deze kloof misschien helpen verkleinen, maar hierover is nog weinig bekend. In overeenstemming met literatuur over boundary crossing wordt de kloof tussen onderwijsonderzoek en on-derwijspraktijk in deze studie geconceptualiseerd in termen van grenzen, als sociaal-culturele verschillen tussen verschillende communities die leiden tot discontinuïteit in actie of interactie. Vanuit deze invalshoek is onderzocht of de bètadocenten binnen het DUDOC-promotieprogramma grenzen ervoeren tussen de onderzoeks- en onderwijsgemeenschappen waartoe zij behoorden en of het hen lukte om deze grenzen te overschrijden en beide communities te verbinden. Hiertoe zijn 16 docentonderzoekers geïnterviewd. Ze hebben inderdaad grenzen ervaren. De docentonderzoekers creëerden soms zelfs een bewuste scheiding tussen hun twee banen, ze hanteerden manieren om te schakelen; sommige docentonderzoekers waren geïntegreerd aan het werken vanuit beide perspectieven (onderzoeker en docent). De kloof werd door de meeste onderzoekers verkleind door bijvoorbeeld het inbrengen van concrete producten vanuit de ene gemeenschap naar de andere. Scholen die in hun beleid en visie ruimte bieden voor experimenteren, het belang van professionalisering van docenten onderstrepen en voldoende facilitering bieden, zijn volgens de docentonderzoekers het meest geschikt voor docentonderzoek en mogelijkheden voor succesvolle boundary crossing.