Ontwikkelen van adaptieve onderwijsexpertise: Het belang van gereedschap voor framing

Auteurs

  • F. Janssen

Trefwoorden:

Samenvatting

Johannes Hermanus Gunning (1859-1951), de eerste door de rijksoverheid betaalde hoogleraar pedagogiek van Nederland, stelde in 1925 de vraag die nog immer actueel is: “Welke houding moet een vooruitstrevend onderwijzer aannemen tegenover nieuwe theorieën en praktijken?”. Terwijl Gunning het belang van deze vraag nog enigszins kon relativeren omdat Nederland destijds nog niet werd overspoeld met nieuwe onderwijskundige inzichten en praktijken, is dit nu zeker wel het geval. Niet alleen zijn vraag maar ook zijn hints voor een antwoord hebben nog niets aan actualiteitswaarde ingeboet. Gunning is van mening dat noch vastklampen aan het bestaande noch ‘met alle winden meewaaien’ de juiste houding is. In plaats daarvan adviseert hij docenten een kritische open houding aan te nemen waarbij, na zorgvuldige afweging, nieuwe waardevolle inzichten worden geïncorporeerd in het bestaande repertoire. Een dergelijke houding resulteert in een professionele ontwikkeling die eerder als evolutionair dan revolutionair kan worden getypeerd. Het gaat om een stapsgewijze progressie waarin telkens wordt voortgebouwd op wat al aanwezig is en waarbij het goede behouden blijft. Deze houding ten opzichte van traditie en innovatie is de laatste jaren verheven tot gouden standaard voor docentprofessionalisering en ligt ten grondslag aan wat nu wordt aangeduid met de term adaptieve onderwijsexpertise (Bransford en Darling Hammond, 2005).

Downloads

Gepubliceerd

2023-05-01

Nummer

Sectie

Artikel

Citeerhulp

Ontwikkelen van adaptieve onderwijsexpertise: Het belang van gereedschap voor framing. (2023). Pedagogische Studiën, 90(6). https://testplatform.openjournals.nl/pedagogischestudien/article/view/14270