Benoemsnelheid van diverse soorten stimuli in relatie tot

Auteurs

  • K. Bos den van

Samenvatting

Uit recent Nederlands ontwikkelingspsycholo-gisch onderzoek (Van den Bos, Zijlstra en lutjeSpelberg, 2000) naar de voorspellende waardevan de benoemsnelheid van series cijfers, let-ters, plaatjes en kleuren ten aanzien van lees- ofdecodeersnelheid bij 'random' lezerssteekproe-ven vanaf basisschoolgroep 4 kunnen de vol-gende conclusies getrokken worden: (1) vanafgroep 4 basisschool tot in de volwassenheidneemt het verband tussen leessnelheid enbenoemsnelheid toe, (2) unieke verklaardevariantie is daarbij voornamelijk afkomstig vanbenoemsnelheden van alfanumerieke stimuli enniet van kleuren- en plaatjesbenoeming. Metdeze conclusies op de achtergrond wordt in ditartikel de vraag gesteld naar de aard van derelaties tussen benoemsnelheid en leessnelheidbij slechte lezers vergeleken met jongere 'ran-dom' lezers met dezelfde gemiddelde ruwescore op de EMT als de groep slechte lezers. Deanalyses betreffen de regressie van benoem-snelheid van cijfers, letters en kleuren op deleessnelheid van de EMT en de Klepel van ±11-jarige slecht lezende jongens uit het LOM/MLK-onderwijs (n=68) en 62 jongens uit groep 4 vande basisschool. Bij beide groepen leerlingen ver-klaren de benoemtaken tezamen substantiëlepercentages variantie van de leestaken. Bij geenvan beide groepen draagt kleuren benoemenunieke verklaarde variantie bij. De groepen ver-schillen in de volgende opzichten. Bij de groep4-leerlingen nemen letter- en cijferbenoemtij-den in beide leestaken unieke variantie voorhun rekening, maar bij de slechte lezers draagtalleen cijferbenoemtijd - en dit geldt bovendienalleen voor de Klepel - unieke variantie bij. In dediscussie wordt ingegaan op diverse interpre-taties van het enigszins andere patroon van deintercorrelaties bij de slechte lezers vergelekenmet de jongere groep 4-lezers. De conclusieszijn dat slechte lezers wat betreft hun lezen ern-stig ontwikkelingsvertraagd zijn. De huidigebenoem- en leessnelheidsgegevens van deslechte lezers wijken echter niet dusdanig af vandie van de jongere lezers dat gesproken zoukunnen worden van fcwa//taf/ef afwijkende cog-nitieve processen.

Downloads

Gepubliceerd

2023-06-05

Nummer

Sectie

Artikel

Citeerhulp

Benoemsnelheid van diverse soorten stimuli in relatie tot. (2023). Pedagogische Studiën, 77(5). https://testplatform.openjournals.nl/pedagogischestudien/article/view/14908