Karakteristieken van Nederlands onderwijs-onderzoek: stand van zakenbegin jaren negentig

Auteurs

  • j. Gennip van
  • A. Pelkmans

Samenvatting

Onderwijsonderzoek heeft een hoge vlucht genomen, in ieder geval qua omvang. Naar schatting was er in 1992 zo'n honderd miljoen gulden mee gemoeid (Henkens, 1994). Er lijktrivaliteit te zijn tussen de beoefenaars van fiondamenteel wetenschappelijk onderzoek en toegepast, veelal contractonderzoek. Men heeftsoms een stereotiep beeld van elkaar. De zuiverwetenschappelijk onderzoeker is ervan overtuigd dat ftmdamenteel onderzoek leidt tot'echte' kennis waarmee men, zeker op denduur, verder komt. De contractresearchermerkt hierbij minzaam op dat ftmdamenteelonderzoek vaak mijlenver verwijderd is van devraagstukken waar de praktijk zich werkelijkdruk over maakt (vergelijk Lagerweij, 1994).Op zijn beurt heeft de toegepast onderzoeker depretentie dat contractonderzoek antwoordengeeft waar beleidmakers en praktijkmensendaadwerkelijk mee uit de voeten kunnen. Datleidt weer tot het verwijt van gene zijde dat toegepast onderzoek 'quick and dirty' is. Hoeweldeze controverse vermakelijke kanten heeft,gaan achter deze reactiepatronen belangrijkevraagstukken schuil, zoals de wenselijk geachte verhouding tussen fundamenteel en toegepast onderzoek, de benutting van onderzoekskennis en de verdeling van gelden overonderzoeksstromen.

Downloads

Gepubliceerd

2023-06-15

Nummer

Sectie

Artikel

Citeerhulp

Karakteristieken van Nederlands onderwijs-onderzoek: stand van zakenbegin jaren negentig. (2023). Pedagogische Studiën, 72(4). https://testplatform.openjournals.nl/pedagogischestudien/article/view/15119