Omgaan met heterogeniteit in de basisvorming:een beginmeting

Auteurs

  • E.C. Roelofs

Samenvatting

Een van de problemen waarvoor docenten bij deinvoering van de basisvorming Icomen te staan's het omgaan met heterogeniteit. Om hiervaneen beeld te verkrijgen is als beginmeting in hetschooljaar 19921993 hetgebruiicvan instructieen leertijd door docenten en leerlingen onderzocht. Op drie brede scholengemeenschappen2ijn bij 25 docenten van brugklassen, verdeeldover de secties Engels, Nederlands en wiskunde,gedurende drie lessen systematische lesobservaties verricht. Daarnaast is onder hen een kortevragenlijst afgenomen. De scholen verschildenvan elkaar wat betreft de heterogeniteit van debrugklas naar advies, die door toetsresultatenWerd bevestigd: heterogeen, dakpansgewijs,en homogeen. Geconcludeerd kan worden datde mate van heterogeniteit in de klas wordt vertaald naar een dominante leeromgeving, die ligttussen de uitersten van sterk klassikaal onderwijs in homogene groepen en meer begeleidendonderwijs in heterogene groepen. De taakgerichtheid is het hoogst als leerlingen zelfstandigWerken. Er blijkt geen relatie tussen klassehetefogeniteit en het leervermogen van de leerlingenerzijds en de taakgerichtheid anderzijds. Welïijn verschillen in taakgerichtheid binnen heterogene brugklassen groter dan in homogenebrugklassen. Uit gegevens van vragenlijstenhlijkt dat docenten beperkt gebruik maken vandifferentiërende maatregelen.

Downloads

Gepubliceerd

2023-06-15

Nummer

Sectie

Artikel

Citeerhulp

Omgaan met heterogeniteit in de basisvorming:een beginmeting. (2023). Pedagogische Studiën, 72(6). https://testplatform.openjournals.nl/pedagogischestudien/article/view/15131