Problemen bij summatief evaluatie-onderzoek

Auteurs

  • W. GRIFT

Samenvatting

Evaluatieonderzoek' heeft zich in het recenteverleden mogen verheugen in de aandacht vande Nederlandse onderwijswetenschappers. Deeerste evaluatierapporten van de grote ondervvijsvernieuwingsprojecten die in het begin vande zeventiger jaren zijn gestart, zijn inmiddelsverschenen en hebben op niet altijd gelukkigewijze de dagbladpers gehaald (cf. Stokking enDe Vries, 1981; Van den Berg en Weiten,1981). Ook van recenter gestarte onderwijsvernieuwingsprojecten, zoals het Mavoproject, het Landelijk Leerplaatsenproject, denieuwe Basisschool, en enkele experimentenMiddenschool zijn inmiddels evaluatierapporten verschenen (cf. Creemers, 1977; Boersmaen Van Viersen, 1979; Wagenaar, Van Kesselen De Vries, 1979; Van Viersen en Boersma.1980; Bosman, Van de Grift en De Jong, 1981;Van de Grift en De Jong, 1981; De Vries,1982; Van Eek en Lington, 1982; Coopmans,1982; Van Veldhuizen en Span, 1982; Van deGrift, De Vries en Baltzer, 1983). Daarnaastverschenen meer beschouwende publikatiesover evaluatieonderzoek. We kunnen hierdenken aan besprekingen van uitgevoerdeevaluatieonderzoekingen. De externe evaluatie van het Innovatieproject Amsterdam werdin een forum besproken en in de Informatiebladen van de Rijksuniversiteit Groningenwerd hiervan verslag gedaan. Slavenburg besprak het evaluatieonderzoek van hetGEONproject (cf. Slavenburg, 1982). Behalve besprekingen van uitgevoerde evaluatieonderzoekingen werden er ook meer algemeenbeschouwende artikelen over evaluatieonderzoek gepubliceerd. Van de kant van de Stichting voor Onderzoek van het Onderwijs (SVO)verscheen een memo over de achtergronden enuitgangspunten voor beleidsvoering bij evaluatieonderzoek (cf. SVO, 1980). In 1981 verscheen de bundel 'Aspecten van Leerplanevaluatie', een bundel voordrachten en papersnaar aanleiding van het 10jarig bestaan vanhet CITO (cf. Weeda, 1981). Het Centrumvoor Onderwijsonderzoek van de Universiteitvan Amsterdam onderzocht de mogelijkhedenen beperkingen voor een instituutsprogrammaover evaluatieonderzoek in het onderwijs (cfBos et al., 1982). Ook op minder institutioneelgeorganiseerde wijze behandelden onderzoekers onlangs evaluatiethematieken (VanGrift, 1981; Stokking, 1982; Hofstee, 1982)Op het eerste gezicht lijken de behandeldeonderwerpen over evaluatieonderzoek diversDe Groot (1981) bespreekt enkele zorgwekkende verschijnselen in de praktijk van evali'atieonderzoek en stelt als remedie een probleemgerichte benadering voor. Stokking(1982) geeft een introductie in de bestaandi'evaluatiemodellen. Creemers (1981) laat ziendat deze nauwelijks gebruikt worden. Hofstc»(1982) meent enkele pseudodilemma's Mevaluatieonderzoek op te ruimen en stelt ecnnieuw evaluatiemodcl voor. Stokking (1983)vervolgens verbaasd over het door Hofstee ondernomen opruimwerk en is teleurgesteld i"Hofstees alternatief. Van de Grift (1981) gaalin op de problematiek van de verschillend''kennisbelangen bij evaluatieonderzoek i'nMeijer (1981) gaat in op metaevaluatie. Bi'naantal thematieken keren in deze publikati»'''regelmatig terug: de bruikbaariieid van de resultaten van evaluatieonderzoek; het jarg"nvan de evaluatieonderzoekers en de kwalif'''van evaluatieonderzoek. Er is duidelijkaan de hand met evaluatieonderzoek. In di'artikel zullen we stil staan bij enkele reccn'onderkende problemen bij summatief evaln'atieonderzoek. We beperken ons hierbij to'evaluatieonderzoek waarin gebruik gemaak'wordt van het experimentele model.

Downloads

Gepubliceerd

2023-08-16

Nummer

Sectie

Artikel