Evaluatie bij grootschalige onderwijsinnovaties
Samenvatting
'"^hillcn die daarin naar voren komen, zijn zopoot dat men best zou kunnen spreken van een"lethodenstrijd'. Op het eerste gezicht lijkt^^c discussie onafhankelijk gevoerd te worvan dc bekende 'Methodenstreit' in de^ociale wetenschappen, waarvan de bakermat'kwijls gelokaliseerd wordt in de Frankfurter^chule. Bij nader inzien blijkt de aanleidingkritische reflectie op theorie en praktijk'^" evaluatieonderzoek dezelfde te zijn, nade geringe betekenis van het onderzoek^^oor de praktijk. Kenmerkend voor evaluatie"Ucrzoek is immers dat het plaats vindt binde context van praktische, niet zelden poiif^*^ ' ^besluitvormingsprocessen. In de conontatie van evaluatieonderzoek met deze{^■"^ktische (politieke) context blijken besluit^ormingsprocessen dikwijls heel wat minder^"onccl te verlopen dan de onderzoeker zou^"scn of vanuit zijn/haar achtergrond ver/jcht. (Zie bijvoorbeeld Patton, 1978; Weiss,