Feit en fictie.

Auteurs

  • R. Weckern

Samenvatting

De auteur, verbonden als vakdidacticus moedertaalonderwijs aan een experimentele lerarenopleiding heeft zich vooral beziggehoudenmet de didactiek van de kinder en jeugdliteratuur. Dit 246 pagina's tellende informatiefwerk '(inclusief register en literatuuropgave,tevens auteursregister) moet als een voorlopigesynthese van kennis en inzichten worden beschouwd'. Doelstelling van de auteur is in eerste instantie aandacht te schenken aan didactische vragen die bij het werken met jeugdboeken aan de orde komen. In hoofdstuk I steltVos dat „Een boek over de didactiek van deomgang met boeken zich zeker niet alleen magbeperken tot fictie. Kinderen hebben ook belangstelling voor feiten en voor de relatie tussenfeit en fictie". Hij gaat in op enkele modellendie zich richten op de relatie kind en boek:Schema van Klingberg en model DidactischeAnalyse. In hoofdstuk 2 stelt Vos terecht dat inhet onderwijs rekening gehouden dient te worden met het leesgedrag van de kinderen. Hijgaat summier in op een aantal methodenvoor de bepaling van het leesgedrag (enquête,interview, boektitels en inhoudsopgaven,stukje tekst, dagboeken, etc.) factoren die hetleesgedrag bepalen (persoonlijke factoren,leeftijd, intelligentie, psychische behoeftes): Vos plaatst kritische kanttekeningen bij de indeling van leesinteressen in fasen, ziet echter ineen dergelijke indeling 'een goed hulpmiddelmits bij deze indeling zoveel mogelijk variabelen (sociaal milieu, taalontwikkeling, onderwijs, commercie) die het leesgedrag van leerlingen bepalen, in ogenschouw zijn genomen'.Er zijn diverse wijzen om leesgedrag van kinderen te beschrijven en te systematiseren opgrond van leesvoorkeuren. Voor het onderwijsacht de auteur de indeling van Carlson relevantdie ervan uitgaat dat in bepaalde levensfasen,de kinderen een bepaalde leesvoorkeur hebben. Hij schenkt ook aandacht aan de 4 leesvormen van Giehrl: informatief lezen, evasorisch (escapistisch) lezen, cognitief (kritisch,defensief) lezen en het literairesthetisch lezen.Deze leeshoudingen verwijzen naar 4 leestypes: pragmatische, emotionele, rationeleintellectuele en literaire lezer. Voor de didactiekvan het leesonderwijs is deze typologie belangrijk mits de typen niet op stereotypen uitlopen,aldus de auteur.

Downloads

Gepubliceerd

2023-08-16

Nummer

Sectie

Artikel