Sociale markering en cognitieve ontwikkeling

Auteurs

  • w. DOISE
  • J. RIJSMAN
  • J. MEEL
  • I. BRESSERS
  • L. PINXTEN

Samenvatting

Dit artikel volgt op twee vorige artikelen, in dit tijdschrift, over de invloed van sociale interactie op de cognitieve ontwikkeling van het kind. In het eerste artikel (Doise, 1980) werd een overzicht gegeven vande recente onderzoekingen op dat terrein aan de Universiteit van Genève. In deze onderzoekingenWerden drie fasen onderscheiden. De eerste fasehandelde over de structurerende invloed van degroep: kinderen, die in een overgangsfase van hunintelligentie verkeren, kunnen in groep op een hogerniveau functioneren dan alleen. De tweede fase handelde over de individuele naeffecten van de activiteiten in groep: kinderen, die in groep op een hogerniveau actief zijn geweest, behouden vaak dit hogerniveau in hun later individueel gedrag (ook bij wisselingen van taak). De derde fase handelde over de rolvan het 'sodocognitief conflict' in de stijging van deintelligentie, die zich kennelijk voordoet tijdens degroepsactiviteiten: aangetoond werd dat het groepseffect geen simpel modelleringseffect is, maar veeleer een effect dat te wijten is aan de 'decentratie' (hetzich losmaken van een bepaalde kijk op de werkelijkheid), die optreedt bij kinderen, wanneer ze eencognitief conflict ondervinden in een sociale context(sodocognitief conflict). Het tweede van de genoemde vorige artikelen in dit tijdschrift, ging dieperin op de predeze betekenis van het sodocognitiefconflict in de intelligentieontwikkeling (Rijsman,Zoetebier, Ginther, Doise, 1980). Aangetoond werddat een conflict, waarbij de mogelijkheid werd opengehouden om het gedrag van de ander als constructieft.o.v. zichzelf te ervaren, relatief meer bijdroeg aande intelligentieontwikkeling dan een conflict, waarinde mogelijkheid voor een tegenovergestelde ervaringwerd gecreëerd.

Downloads

Gepubliceerd

2023-08-16

Nummer

Sectie

Artikel