Een andere zienswijze op het innovatieproces middenschool

Auteurs

  • N.A.J. LAGERWEIJ

Samenvatting

Bijdragen over de middenschool in 'PedagogischeStudiën' lijken even zeldzaam als orchideeën in eenveldboeket. Als dat maar niet symptomatisch is voorde boodschap die de onderwijswetenschappen hebben aan structuurdoorbrekende veranderingen in hetNederlandse onderwijs. In de jaargangen sinds 1973verscheen in 1975 van Deen in dit blad een kortcommentaar op het middenschoolproces. Hij meento.m. dat de Innovatiecommissie Middenschool(ICM) getuigt van naïef optimisme door contactscholen doelstellingen voor de middenschool te laten formuleren. Ook in latere jaargangen ontbreken bijdragen over de middenschool. Wel is er sprake vanenkele indirect voor het middenschoolproces van belang zijnde artikelen (Stuart (1975) over de Laborschule; Fokkema (1976) over het ontbreken vandoeleinden in het beleid; Duijker (1976) over zelfontplooiing en in 1978 twee artikelen van De Koning over afsluiting). Na 1978 is het geheel stil overde middenschool in dit in wetenschappelijke kringgoed aangeschreven maandblad. Het vernieuwingsbeleid, zoals aangekondigd in deregeringsverklaring van 1973, betekende een wijziging in de tot dan toe gebruikelijke benadering doorde rijksoverheid. Door experimenten basisschool enmiddenschool diende inzicht verkregen te worden inmogelijkheden en gevolgen van deze nieuwe schooltypen. 'Die inzichten, verworven door ervaringen inhet onderwijs zelf opgedaan, getoetst, besproken engewogen, kunnen de noodzakelijke basis biedenwaarop de StatenGeneraal te zijner tijd zoudenkunnen besluiten tot wettelijke wijziging van ons onderwijsbestel', aldus Minister Van Kemenade bij deinstallatie van de innovatiecommissies. Het nieuwe indeze benadering schuilt erin dat verantwoorde juridische en onderwijskundige maatregelen pas genomen kunnen worden nadat ervaringen zijn opgedaanin de schoolpraktijk. Op die wijze kan na overleg methet onderwijsveld, al of niet besloten worden over tegaan tot veranderingen in het onderwijsbestel. In degewenste vernieuwingsstrategie moet door middelvan gerichte proefiiemingen i.e. schoolexperimentenmet ondersteuning vanuit verzorgingsinstellingen enna inventarisatie van vernieuwingspogingen systematisch ervaring worden opgedaan met mogelijkhedenen consequenties van de geformuleerde beleidsdoelen. De gekozen beleidsopzet was, zo stelde VanKemenade het destijds zelf, ook een experiment.'Een experiment met een nieuwe vernieuwingsstrategie, met nieuwe vormen van samenwerking en sa

Downloads

Gepubliceerd

2023-08-16

Nummer

Sectie

Artikel

Citeerhulp

Een andere zienswijze op het innovatieproces middenschool. (2023). Pedagogische Studiën, 58(4). https://testplatform.openjournals.nl/pedagogischestudien/article/view/16041