Een schaal betreffende angst voor onderwijzen

Auteurs

  • A. Veenman

Samenvatting

Over de vragen waarmeejonge onderwijsgevenden zich bezighouden, over dedingen die hen met zorg vervullen of zelfs angstigmaken als ze voor de eerste keer verantwoordelijkheid gaan voelen om zelf les te geven, is weinigbekend. Een eerste poging om deze zorgen vanaanstaande (en praktizerende) onderwijsgevendenop een enigszins systematische wijze in kaart tebrengen is ondernomen door Fuller en door Coatesen Thoresen.In twee door haar verrichte studies onderzochtFuller (1969) de ontwikkeling van problemen dieaanstaande leerkrachten in de Verenigde Statenbezighouden. Zij vond dat aanstaande leerkrachtenin het begin van hun opleidingstijd zich vooralbezighielden met zaken betreffende zichzelf, d.w.z.zij tobden over hun eigen bekwaamheden en warensterk gericht op zelfhandhaving en zelfbescherming.Zij toonden bezorgdheid over het handhaven van deorde in de klas, over het voldoende meester zijn vande leerstof, over hun plaats en rol in de machtstruktuur van de school, over de verwachtingen van dementoren, hoofden en ouders, over de beoordelingen van de docenten van het opleidingsinstituut.Indeze zorgen traden na verloop van tijd verschuivingen op. Op het eind van hun opleidingstijd maaktenaanstaande leerkrachten zich vooral kopzorgen omde leerlingen: over hun leren, hun vorderingen enover mogelijkheden deze vorderingen positief tebeïnvloeden.

Downloads

Gepubliceerd

2023-08-16

Nummer

Sectie

Artikel

Citeerhulp