Curriculumontwikkeling in de opleiding aan de Pedagogische Academie

Auteurs

  • H. Franssen
  • K. Meyer

Samenvatting

In dit artikel wordt een accentverschuiving hinnende op de P.A. gegeven 'praktische vorming' bepleit.De stelling wordt geponeerd, dat tot nu toe denadruk binnen de praktische vorming te veel ligt ophet didaktisch handelen. Aan nieuwe ontwikkelingenbinnen het funktiebeeld van de onderwijzer, zoalshet meewerken aan schoolwerkplan en leergangkonstruktie, wordt te weinig aandacht besteed. Ookdeze taken dienen o.i. op de P.A. ingeoefend teworden.De gevolgen van deze andere aanpak van depraktische vorming voor de opleiding als geheelworden uitgewerkt; o.a. wat betreft de rol, welke debasisinformatievakken (onderwijskunde, ontwikkelingspsychologie) daarbij spelen. Sinds over de ondciwijzersopleiding als specifiekeberoepsopleiding wordt gesproken (Bevenlander.1970, 240), wordt er veel belang gehecht aan hetinoefenen van de vaardigheden, die direkt samenhangen met het didaktisch handelen in de klas. Metbetrekking tot deze z.g. praktische vomiing kan eri.v.m. verandering en verbetering gewezen wordenop de diverse microteaching programma's (Allen enRyan l%9. Kievit 1972) en op vernieuwde begeleidingsmodellen (Haan en Huigen, 1977). De vraaghoe de kwaliteit van het resultaat van deze vaardigheidstraining te bewaken, is op verschillende wijzenopgelost. Een betrekkelijk korte tijd (19521968)heeft het praktijkeksamen bestaan. Gezocht is naarbeoordelingskategorieën (Deckers, 1970, VanGelder e.a., 1971) en niuir een manier om tot eenadekwate verdeling van de inbreng van pedagogieken vakdidaktiekdocenten bij de beoordeling te komen (Besluit onderwijzersopleiding, 1%8).

Downloads

Gepubliceerd

2023-08-16

Nummer

Sectie

Artikel

Citeerhulp

Curriculumontwikkeling in de opleiding aan de Pedagogische Academie. (2023). Pedagogische Studiën, 54(3). https://testplatform.openjournals.nl/pedagogischestudien/article/view/16453