Milieu, slechthorendheid en taal

Auteurs

  • A.P.J.M. Horst den van
  • O.W.M. Kamstra

Samenvatting

Uit tal van onderzoekingen komt naar voren dat hettaalgedrag van kinderen uit de lagere sociale milieusin een bepaald nadeel verkeert ten opzichte van datvan kinderen uit de hogere sociale milieus. Onderhavigonderzoek houdt zich bezig met de vraag of dit verschijnsel zich ook voordoet bij slechthorende kinderen.Er werden 96 slechthorende kinderen van vier tot enmet zes jaar onderzocht. Voor onderzoek van hettaalgedrag werd gebruik gemaakt van de UTA NT.De indeling der milieus vond plaats volgens die vanKohnstamm c.s. Als variabelen werden ingevoerdnonverbale intelligentie (S.O.N.I.Q.) en mate vanslechthorendheid (FletcherIndex). Als hoofdkonklusie komt naar voren dat de invloed van de mate vangehoorverlies op de taalachterstand het grootst is.De relatie tussen S.O.N.I.Q., milieu en taalgedragblijkt complex te zijn. In de afgelopen tien ä vijftien jaar is er bij normaaliiorende kinderen veel onderzoek verricht naar derelatie tussen milieu en taal. In tal van publikaties,ook in Nederland (b.v. Van Calcar, Kohnstamm,Reesink, De Vries) komt naar voren dat het taalgedrag van kinderen uit de lagere sociale milieus(l.m.kinderen) in een bepaald nadeel zou verkerenten opzichte van dat van kinderen uit de hogeresociale milieus (h.m.kinderen).

Downloads

Gepubliceerd

2023-08-16

Nummer

Sectie

Artikel