Het kind in de oudijslandse samenleving.

Auteurs

  • I. Velde der

Samenvatting

Mevrouw Stein tracht in haar dissertatie een beeld tegeven van het kinderleven, zoals zich dat voordeedop IJsland in de 'sagatijd', een periode liggend tussenongeveer 930 en ongeveer 1030, beginnend met deinstelling van het Alt>ing, eindigend met de doorwerking van het omstreeks 1000 ingevoerde Christendom. Altijd weer rijst bij de vroegmiddeleeuwse enmiddenmiddeleeuwse literatuur de vraag naar betrouwbaarheid en oorsprong. Mevrouw Stein heeftdeze vraag niet ontweken. Zij meent haar gegevenszoals die betrekking hebben op menselijke opvattingen en omstandigheden, gewoonten en maatschappelijke toestanden, 'in grote lijnen te kunnen zien alseen juiste weergave van de betreffende begrippenuit de sagatijd'. Zij controleert de gegevens uit desaga's aan andere bronnen: biografieën van de Noorse koningen, genealogieën van prominente IJslandsegeslachten, wetboeken, archeologische vondsten.Inventarisatie dus op een hier te lande vrijwel onbekend terrein. Mevrouw Stein is door haar belezenheid op dit terrein een betrouwbare gids. Wat deoorsprong betreft, wij zien eerlijk gezegd nietveel verschil tussen de beide theorieën die zij tegenover elkaar stelt. Het boek bestaat uit zeven hoofdstukken. Vijf zijn gewijd aan 'Het normale kind', twee aan 'Het afwijkende kind.' De term 'afwijkend' gebruikt zijo.i. in een afwijkende betekenis. Voor het gewonepedagogischdidactische spraakgebruik is 'afwijkend'vrijwel synoniem met 'abnormaal' en heeft het alszodanig een ongunstige betekenis. Voor het type'KolWtr' van hoofdstuk vi moge afwijkend in dejeugdjaren gelden; na ongeveer het vijftiende levensjaar naar haar eigen beschrijving veelal niet meer.De 'vroegrijpe en begaafde kinderen' van hoofdstukvn mogen toch niet als 'afwijkende kinderen' wordenbeschouwd; daar is het woord 'voorlijk' meer op zijnplaats.

Downloads

Gepubliceerd

2023-08-26

Nummer

Sectie

Artikel