Dr. J. M. W. van Ussel: geschiedenis van het seksuele probleem
Samenvatting
Het seksuele probleem is, naar het schijnt, totnog toe in de geschiedschrijving der pedagogiekeen vermeden aspect geweest. Voor onze oudere Nederlandse pedagogische historiografen,Rombouts en Waterink, die beiden als zodanigrond 1930 werkten, geldt dit zeer zeker.Noordam doorbreekt het taboe enigermate inzijn Inleiding in de historische pedagogiek(1968). Van een systematische behandeling ophistorische basis is ook bij hem nog geensprake. Binnen de opvoedingstotaliteit dientnaar thans algemeen geoordeeld wordt, tochook de seksuele opvoeding haar plaats tevinden. Deze inschakeling behoort er toe teleiden dat zij binnen het werkterrein van dehistorische pedagogiek zal uitgroeien tot eenzelfstandig en als zodanig ten volle geaccepteerd aspect. Mocht het tot deze uitbreidingbinnen ons taalgebied komen, dan zal deverdienste daarvan allereerst moeten wordentoegerekend aan Van Ussels Geschiedenis vanhet seksuele probleem. Zijn werk biedt eenuitnemend startpunt. Niet zozeer nog door de omvang als wel doorde kwaliteit, al biedt het ook door zijn omvang een stevige basis: 351 bladzijden tekst, 77bladzijden kleingedrukte noten, 10 bladzijdenliteratuur. Het is de bewerking van het proefschrift, waarop de auteur in 1967 promoveerdeaan de gemeentelijke universiteit te Amsterdam, met als promotor prof. dr. J. Presser. Destof is ingedeeld in 11 hoofdstukken. Hoofd