Tweetaligheid in Friesland: één kind, twee talen

Auteurs

  • J.M. Wijnstra

Samenvatting

Voor een groot deel van de friezen is het nederlands een tweede taal, die zij niet dagelijks spreken. De kinderen groeien op in het fries, maarook het nederlands moeten zij leren beheersen.Over de konsekwenties van deze taalsituatievoor het onderwijs wordt verschillend gedacht.Er is echter weinig met enige nauwkeurigheidbekend over de ontwikkeling van de beheersingvan het nederlands bij aanvankelijk eentalig friessprekende kinderen. In dit (beknopte) onderzoeksverslag wordt een poging ondernomen eenbijdrage te leveren tot het verstaan van de komplekse problematiek. Dit onderzoek is echterniet meer dan een momentopname geweest enhopelijk zal er meer onderzoek volgen.Het onderzoek werd uitgevoerd in het kadervan de 'kursus' ontwikkelingspsychologie in devoorkandidaatsopleiding pedagogiek aan deRijksuniversiteit te Utrecht. Bij de opzet van hetonderzoek moest daarom rekening worden gehouden met een zeer beperkt budget, waardoorniet alles uitgevoerd kon worden zoals welwenselijk geweest zou zijn. Wel kon gebruikworden gemaakt van het materiële apparaat vanhet Pedagogisch Instituut.De uitvoering van het onderzoek stond ondersupervisie van dr. G. A. Kohnstamm, lektor inde ontwikkelingspsychologie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, en diens assistenten mej.H. Oostergetel en de heer A. K. de Vries.

Downloads

Gepubliceerd

2023-08-26

Nummer

Sectie

Artikel

Citeerhulp