PROEFWERKEN MET VIERKEUZEVRAGEN VOOR HET BASISONDERWIJS.

Auteurs

  • E. WARRIES

Samenvatting

Nadat in 1965 de regeling voor toelating tot het v.h.m.o. bij Koninklijk Besluit herzien was, zijn in de daarop volgende jaren in verscheidene plaatsen in ons land gemeenschappelijke proefwerken afgenomenaan de leerlingen van de zesde klas Basisonderwijs. Deze proefwerken,proeven, toetsen of schoolvorderingentests dienden er toe „kennis eninzicht" van betrekkelijk grote groepen leerlingen na te gaan. De uitslagen van de proeven werden bij de schoolkeuze c.q. toelating tot hetvervolgonderwijs benut in overeenstemming met de nieuwe wettelijke regeling als tweede gegeven naast het geschiktheidsoordeelvan het Hoofd der School. Deze gemeenschappelijke proefwerken vormen blijkens hun herhaalde toepassing in enkele grote gemeenten (in objectief scoorbare vorm)een nuttig middel om grote groepen leerlingen tegelijkertijd en vergelijkenderwijs op hun prestaties te toetsen. De doelmatigheid van dittoetsmiddel is volgens de meeste testdeskundigen optimaal bij het gebruik van vragen en opgaven in de „meerkeuzevorm". In de praktijkvan het testen van school en studieprestaties zal dit meestal betekenen: 4 of 5keuzeitems. Zo bestaat de laatste „Amsterdamse Schooltoets" (1968) geheel uit (ruim 300) opgaven in vierkeuzevorm. *

Downloads

Gepubliceerd

2023-09-08

Nummer

Sectie

Artikel

Citeerhulp