JEAN JACQUES SCHNEITHER (1748-1806) EN ZUN BETEKENIS VOOR HET AANVANKELIJK LEESONDERWIJS

Auteurs

  • D. JANSSEN

Samenvatting

In 1796 had de Nationale Vergadering de scheiding tussen Kerk enStaat, waardoor de school los kwam te staan van de kerk, uitgesproken. De revolutie had de kerk de voogdij over de school ontnomen enze in handen van de overheid gelegd. Wat J. H. Wester talloze malenuit de volksmond had opgevangen, bleek waar: dit goede hebben weaan de omwenteling van 1795 te danken. „Nederland is ten opzigte vanopvoeding en onderwijs gelukkiger door de worsteling gekomen, danmen bij de rustelooze afwisseling van zijn lot had durven verwachten." ^De nieuwe status van de school en de nieuwe pedagogische denkbeelden, die zich rond 1800 openbaarden, zetten vele mannen aan het werkom ons land een nieuwe algemene schoolregeling te geven. Tot 1795behoorde het onderwijs in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden tot het terrein van de plaatselijke of gewestelijke bestuurslichamen.Na de Nationale Vergadering op 1 maart 1796 dienden drie burgers,J. J. Schneither en C. Rogge te Leiden en J. Ankringa uit Leeuwardenhun „Proeven van een Ontwerp van Nationaal Onderwijs" in. Tenslotte resulteerde dit in 1798 in een uitgave van de Maatschappij totNut van 't Algemeen: „Algemene Denkbeelden over het Nationaal Onderwijs."Wie was deze Jean Jacques Schneither? 2

Downloads

Gepubliceerd

2023-09-08

Nummer

Sectie

Artikel

Citeerhulp

JEAN JACQUES SCHNEITHER (1748-1806) EN ZUN BETEKENIS VOOR HET AANVANKELIJK LEESONDERWIJS. (2023). Pedagogische Studiën, 46(1). https://testplatform.openjournals.nl/pedagogischestudien/article/view/17238