PROBLEMEN IN VERBAND MET HET VOORSPELLEN EN HET TOETSEN VAN DE BEROEPSBEKWAAMHEID VAN DE LERAAR
Samenvatting
Leraars opvoedkunde van aspirantleerkrachten, professoren, schoolhoofden en inspecteurs moeten op grond van één of enkele bijgewoonde lessen soms de beroepsbekwaamheid van een lesgever beoordelenBij eventuele selectie van kandidaatkwekelingen, tijdens hun opleidingen in de beroepspraktijk gaat men op allerlei wijzen tewerk bij ^^waardering van die geschiktheid.Zijn deze appreciaties steeds adequaat? Kan grondige bezinninghierover soms gepast zijn, in het bijzonder ook door onderwijsorg®'nisatoren en verantwoordelijken, die beslissingen dienen te neme^tot hervorming van de opleiding van de leraar, van zijn „inservice tra'ning" en van zijn promotiemogelijkheden?