EEN ONDERZOEK NAAR DE CORRELATIE TUSSEN DE RESULTATEN VAN HET TOELATINGSEXAMEN EN DIE VAN HET EINDRAPPORT DER EERSTE KLASSE VANLEERLNGEN DER RIJKSHOGEREBURGERSCHOOL TE BRIELLE

Auteurs

  • J. STAAL

Samenvatting

Dat het toelatingsexamen voor het v.h.m.o. een goed criterium zouzijn om uit te maken of de kandidaten al of niet geschikt zijn voorhet volgen van deze vormen van onderwijs, wordt door velen betwijfeld. Een medewerker aan een pedagogischdidactisch instituut die ikom informatie vroeg, deelde mij mede, dat het meten van de lichaamslengte even betrouwbare resultaten zou geven en aanmerkelijkminder moeite en tijd zou kosten. Duitse onderzoekingen hebben aangetoond, dat er tussen de resultaten van het examen en die van demiddelbare school nauwelijks correlatie bestaat.' Het Toelatingsbesluit openbare gymnasia, hogereburgerscholen en middelbare scholenvoor meisjes van 22 juli 1965 voorziet dan ook in de mogelijkheidom met andere middelen dan het toelatingsexamen de geschiktheidvan de kandidaten voor het v.h.m.o. te bepalen. Daarin konden de resultaten van de afgewezen kandidaten uiteraardniet worden verwerkt. Navraag bij de uloscholen waar de meestenvan hen een toevlucht hadden gezocht, leerde echter, dat de afwijzingen wel op goede gronden waren geschied: zij hadden hun lageplaats op de ranglijst ongetwijfeld behouden. ^

Downloads

Gepubliceerd

2023-09-12

Nummer

Sectie

Artikel

Citeerhulp

EEN ONDERZOEK NAAR DE CORRELATIE TUSSEN DE RESULTATEN VAN HET TOELATINGSEXAMEN EN DIE VAN HET EINDRAPPORT DER EERSTE KLASSE VANLEERLNGEN DER RIJKSHOGEREBURGERSCHOOL TE BRIELLE. (2023). Pedagogische Studiën, 44(2). https://testplatform.openjournals.nl/pedagogischestudien/article/view/17434