DE RICHTINGSKEUZE IN DE ONDERBOUW

Auteurs

  • N. Heykoop

Samenvatting

In het artikel Studieleiding en determinatie in de brugklas (Paed. St. 10,jrg. 42, 1965) is al uiteengezet, dat in het brugjaar van het ZaanlandsLyceum o.a. wordt nagegaan welke afdeling van de school na de eersteklas voor de leerlingen het geschiktste is.De ouders die voor hun kinderen kunnen kiezen uit vier afdelingen, nl.Gymnasium, h.b.s., m.m.s. en m.h.s. i, krijgen omstreeks Pasen van deschool een schriftelijk advies hierover. Om dit richtingskeuzeadvies zobetrouwbaar mogelijk te maken, wordt sinds enkele jaren bij de voorbereidingen die aan het opstellen ervan vooraf gaan, samengewerkt methet Zaans Instituut voor School en Beroepskeuze (Z.I.S.B.). De werkwijze is hierbij als volgt. De ruim tweehonderd leerlingen in de onderbouw worden in septemberkort na het begin van het schooljaar, met een klassikale testbatterij onderzocht door het Z.I.S.B.,3 dat op die manier een gedifferentieerdbeeld wil krijgen van de kapaciteiten, de belangstelling en de werkinstelling van elke leerling. De zo verzamelde gegevens worden door hetZ.I.S.B. per kind en per klas op z.g. rapportage staten en deze worden in december aan de school toegestuurd. Daarna bespreekt een psyhcoloog van het instituut de resultaten van het onderzoek met de klassementoren en de studieleiders uit de onderbouw, in een vergaderingdie door de conrector van die afdeling geleid wordt. Behalve als basismateriaal voor het richtingskeuzeadvies dienen de testgegevens ookals richtlijn bij de verdere begeleiding van de leeriingen uit de eersteklassen. Ze worden b.v. gebruikt bij de herindeling van de studiegroepjes, die in december plaats vindt. Daarvoor worden ze gecombineerdmet de schoolgegevens, waarover de klassementoren beschikken en dieo.a. afkomstig zijn van de studieleiders.

Downloads

Gepubliceerd

2023-09-12

Nummer

Sectie

Artikel