OPVOEDEN-DOOR-ONDERWIJZEN

Auteurs

  • J. MIRANDA

Samenvatting

Gaarne wil ik van de door de redactie van Paed. Stud. geboden gelegenheidgebruik maken om te reageren op de kritiek van de heer Tuinman maarniet om mijn artikel (geschreven in 1961) geheel te verdedigen en ook nietom uitvoerig in te gaan op de vele punten die de heer T. naar voren brengt.Door ernstige en langdurige studie van zijn uiteenzetting kwam ik n.1. totde conclusie, dat de heer T. vrijwel geen argumenten aanvoert tegen dehoofdlijn van mijn betoog. Wel tracht hij geheel te goeder trouw, daartwijfel ik geen moment aan door zijn kritiek een discussie te ontwikkelenop een terrein waar m.i. de belangrijke strijdpunten niet liggen. Door uitvoerig op zijn punten in te gaan kan ik slechts een tamelijk vruchteloosdebat van theoretische aard verwachten. Het is mij echter om enige zeerpraktische zaken te doen, die zodoende juist niet de aandacht zouden'krijgen, die ik voor hen vroeg. In het volgende zal ik dit standpunt toelichten. Als voorbeeld van de onduidelijke en daardoor onvruchtbare probleemstelling kies ik in de eerste plaats de uiteenzetting in II4 en II5. De heer T."leent hier tegenover mij te moeten aantonen, dat de onderwijssituatie"ïet onvolwassen leerlingen tevens een opvoedingssituatie is. Ook veelandere plaatsen in zijn betoog zijn op het bereiken van deze conclusiegericht. Maar had hij deze conclusie niet ook in mijn artikel kunnen lezen?In mijn artikel stelde ik mij eerst (par.3) op het standpunt, dat iederesituatie met volwassene(n) en kind(eren) een opvoedingssituatie is, waarna bij de bespreking van de onderwijssituatie met onvolwassen leeriingen^Par.7) zonder meer geconcludeerd werd dat hier nu tevens een opvoedingssituatie is. Ik ging vrij uitvoerig hierop in, onderscheidde bijv. verschillende mogelijkheden: de mislukte opvoedingssituatie, het opvoedingsmilieu dat voor volwassene en kind verborgen is in de onderwijssituatie, de opvoedingssituatie waarin de volwassene welbewust opvoe'^'ngshandelingen stelt, die door het kind echter vanzelfsprekend argeloosaanvaard worden en tenslotte de opvoedingsrelatie, waarin ook het kind^eet waarom het gaat. Zijn wij het op dit punt nu eens of niet? Zo ja,daarom heeft de heer T. hier dan blijkbaar overheen gelezen? Zo neen,^aar zit dan het verschil van mening?

Downloads

Gepubliceerd

2023-09-12

Nummer

Sectie

Artikel