Verschuiving van de ervaren gezondheid van 55-64-jarigen tussen 1992/’93 en 2002/’03. Verklarende factoren
DOI:
https://doi.org/10.1007/BF03078152Trefwoorden:
cohort verschil, ervaren gezondheidSamenvatting
Doel van dit onderzoek is na te gaan of er een verschil bestaat in ervaren gezondheid van 55-64-jarigen tussen 1992/’93 en
2002/’03 en in hoeverre het verschil is toe te schrijven aan demografische factoren, leefstijlfactoren en objectieve gezondheid.
Er is gebruik gemaakt van data van de Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA). Het onderzoek omvat twee aselect
getrokken steekproeven in 1992/’93 (oudste cohort) en 2002/’03 (jongste cohort), gestratificeerd naar sekse, leeftijd en
verwachte sterfte na 5 jaar. Beschrijvende analyses wijzen uit dat het percentage respondenten dat de gezondheid als ‘zeer
goed’ èn als ‘slecht’ ervaart in het jongste cohort hoger is dan in het oudste cohort. Het percentage dat de gezondheid als
‘goed’ en als ‘gaat wel’ ervaart is lager. Multinomiale regressieanalyses wijzen uit dat met name de slechtere objectieve
gezondheid in het jongste cohort de oorzaak is van de toename in de als slecht ervaren gezondheid. De cohort- en
periodefactoren zoals opleidingsniveau, het hebben van een betaalde baan en leefstijlfactoren verklaren de verschuiving in
ervaren gezondheid tussen de cohorten nauwelijks. Geconcludeerd kan worden dat er een kleine verschuiving is in de
ervaren gezondheid. Gegeven de slechtere objectieve gezondheidstoestand van het jongste cohort is de ervaren gezondheid
verbeterd.