Adolescenten met leermoeilijkhe- den in het IBO. Verslag van een onderzoek naar het effect van orthopedagogisch-didactische hulpverlening in het Individueel Technisch Onderwijs (ITO) hij leerlingen in het eerste leerjaar.

Auteurs

  • V.M.E. Neuwahl

Samenvatting

De eerste zes hoofdstukken van zijn boek besteedt De Groot aan algemene achtergrondinformatie. Hij stelt achtereenvolgens aan de orde: I) wat de redenen voor evaluatieonderZ(Kk in de orthopedagogiek zijn, 2) de groeivan LBO en IBO (in hoofdzaak betreft dit hetITO), 3) sch(X)l en leerlingenbegeleiding inhet ITO, 4) verschillende achtergronden vanleermoeilijkheden, 5) behandclingsstratcgieën.Van daaruit gaat hij 6) naar een pcdagogischdidactisch behandelingsmodel. Erwordt wel een onderscheid gemaakt in algemene of psychologische en specifieke of didactische leervoorwaarden, maar er wordt nietvermeld hoe nu precies het door De Grootgehanteerde model emit ziet. In hoofdstuk 7 isde probleemstelling, de hypothesevorming, deopzet en de uitvoering van het onderzoek beschreven. Hoofdstuk 8 vermeldt de resultatenvan het onderzcK'k en het 9e en laatste hoofdstuk conclusies, discussie en aanbevelingen.Tot slot enige bijlagen en de literatuurlijst. BO), met het opstellen van een orthopedagogischdidactisch behandelingsprogramma enmet de begeleiding van leerkrachten met hetdoel dat die leren het behandelingsprogrammatoe te passen. Ik zal hier niet ingaan op de vraagof het zinvol is een behandelingsprogramma teontwerpen voor gebruik door leerkrachten,waar ze pas na 5 jaar (pp. 34, 105) goed meekunnen werken. Over de DIBO wil ik wel eenpaar opmerkingen maken, omdat die toets inhet boek een grote plaats inneemt. Eén van dedoelstellingen van de DIBO is een 'zeer te zijnvoor de geschiktheid voor het volgen van onderwijs op LBOIBOniveau (p. 97). De DIBO is tevens ontworpen om een foutenanalysete kunnen maken waardoor men inzicht krijgtin het individuele functioneren van de leerling.De Groot schrijft dat de moeilijkheidsgraadvan de test opzettelijk hoog is omdat een gemiddeld aantal fouten van 25 in een dicteemeer mogelijkheden tot een foutenanalyseverschaft dan een gemiddeld aantal van 5 of 6fouten (p. 97). Mi. kunnen hierbij verschillende vragen gesteld worden. Bijv.: Is hetfoutloos een dictee kunnen schrijven een doelstelling voor het IBO? Welke moeilijkheidsgraad mag men verwachten dat een IBOleerling aankan? Wat betekent het voor de leerlingom geconfronteerd te worden met een zomoeilijk dictee dat er gemiddeld 25 fouten gemaakt wurden? De beantwoording van dezelaatste vraag wt)rdt nog belangrijker vanwegede 'zeeffunctie van de test. Een leerling kangemakkelijk de indruk krijgen de test slechtgemaakt te hebben en niet toegelaten te zullenworden. Een ander punt is dat men zich kanafvragen of de wijze waarop bepaalde t)nderdelen van de test worden afgenomen tot debedoelde resultaten leidt. (Mijn bedenkingenheb ik aan de auteur doen toekomen.) Ik zalniet verder ingaan op de DIBO, maar overgaantot een bespreking van het onderzoek dat in deondertitel van het boek genoemd wordt. Datonderzoek betreft 298 Ie jaars ITOleerlingenvan 6 verschillende scholen. Alle leerlingen zijnin september 1977 met de DIBO onderzocht.De leerlingen van 3 scholen (N = 187) vormende experimentele groep (E); zij hebben in hun

Downloads

Gepubliceerd

2023-08-16

Nummer

Sectie

Artikel

Citeerhulp

Adolescenten met leermoeilijkhe- den in het IBO. Verslag van een onderzoek naar het effect van orthopedagogisch-didactische hulpverlening in het Individueel Technisch Onderwijs (ITO) hij leerlingen in het eerste leerjaar. (2023). Pedagogische Studiën, 59(4). https://testplatform.openjournals.nl/pedagogischestudien/article/view/15981